Duif en raaf, zij willen intrek nemen
in het hart en leven van Gods kind.
Rust óf onrust brengend bij problemen.
Deze vogels zijn niet eensgezind!

Laat de raaf niet heersen in je leven!
Hij aast op bezit en maakt kapot;
knagend aan de vrucht, door God gegeven,
rest er slechts een schamel overschot.

In de donkere restanten van je leven
komt de duif - het teken van de Geest -,
zoekend naar een rustplaats, zachtjes zwevend
naar een hart, vervuld van pijn en vrees.

Laat de duif maar binnen in je leven!
Laat de Geest maar heersen in je hart!
Duisternis en angst worden verdreven.
Waar het Licht schijnt, wijkt het ravenzwart.

Door de Geest van God groeit het verlangen
méér en méér te lijken op de Zoon;
méér en méér de gaven te ontvangen:
vruchten van de Geest, die in je woont.


Jelly Verwaal
uit: "Veelkleurigheid"