in mijn oren waait de wind
over het eb en vloed van mijn adem
stilte tikt ritmisch seconden
heen en weer heen en weer

vanuit struiken
klampen vergeelde gedachten mij aan
in bomen roekoeën beelden van eerlang
niet weer niet weer

zelfs als gemis
knispert gelijk twijgen
onder de voetstap
van mijn voorbijgaan

weiger ik af te reizen
langs wegen van 't verleden
de hand te reiken aan vergleden geluk

nu mijn innerlijke blik zich richt
op het Licht voor mij, weet ik :
die droom gaat niet stuk


Lieve Steenberghs


maart 2006