De wereld en zijn ogen gingen open,
hij zag de mensen, bomen en de bloemen,
maar wist dit alles nog niet te benoemen,
de droom kwam uit; meer dan hij durfde hopen,

al zag hij nu de allermooiste dingen,
de Heiland had hem zoveel meer te geven,
want zienderogen mochten licht en leven
in hart en ziel als een fontein ontspringen,

in blinde woede was hij uitgedreven,
maar vond bij Jezus rust en mededogen,
de pure blijdschap straalde uit zijn ogen,
uit dankbaarheid voor zijn verloste leven,

maar Christus hebben zij aan 't kruis gehangen,
de blinden, in hun tomeloze haten,
die al te vast op aardse tronen zaten
en 't Licht der wereld niet wilden ontvangen,

Hij stierf, om al het duister te doorbreken,
verlossing wordt uit bloed en dood geboren,
voor wie gelovig naar zijn stem wil horen
is alle angst en dreiging ver geweken,

Gods vrede bant de nacht in ochtendgloren,
zij draagt de waarheid en het recht op handen,
legt leugen en verborgen kwaad aan banden,
uit blindheid wordt het helder licht geboren,

wie wandelt in dat licht zal niet verdwalen,
de Geest opent ogen en staat ons terzij,
sta op uit de dood nu, de blindheid voorbij,
het licht van Gods zon zal over u stralen.

n.a.v. : Joh.9: 1 t/m 7, 24 t/m 41 en Efez.5: 8 t/m 14