Zeg mij, Filippus, de betekenis
van 't schaap, dat zich ter slachting weg liet leiden.
Ik ben een leek nog, u een ingewijde,
voor wie het duister al geweken is.

Filippus sprak 't van God gegeven woord:
Wat de profeten reeds van oudsher schreven
gaat over Jezus, 't offer van zijn leven.
Verstaat u nú hetgeen u leest - én hoort?

Het werd hem helder in één ogenblik.
De luiken voor zijn ogen sloegen open.
Zie, hier is water, 'k wil mij laten dopen
en reinigen van mijn onwaardig ik.

Zo werd het bijbelwoord hem tot een spijs.
Zijn leraar-metgezel was overbodig.
-Gods Geest had hém weer ergens anders nodig-.
De kamerling - vervolgde blij zijn reis.

 (Hand.8:29-40)
uit: "Beloofd is beloofd"