Wij wachten vergeefs op
neerdwarrelend manna;

niet wat ons ontbreekt
vraagt Hij van ons, maar

wat wij bezitten is
genoeg om te delen.

Hij neemt ons brood,
werk van onze handen,

en breekt het zevenmaal,
breekt het tot volheid,

en deelt het, geeft
het ons terug.

(bij Marcus 8: 5/ Hij heeft hun gevraagd: hoeveel broden hebt ge?, en zij zeggen: zeven!)