De opdracht van het zoutend zout
waarvan Mattheus sprak
gaat niet vanzelf, hoe breng je smaak,
‘t gaat niet van lei of dak,
de opdracht van een lichtend licht
geeft meer verbeeldingskracht,
lichtdrager zijn van Vader
waarop de wereld wacht.

Schijn door mij heen Heer,
wees mijn licht bij alles wat ik doe,
geef mij een snufje van Uw smaak,
voeg dagelijks aan mij toe
zodat U wordt geprezen
door ieder die het proeft,
dat ik Uw gloed uitstralen mag,
de toegang tot Uw roep.

Bedoelt U met dat zoutend zout
de tranen die ik pleng,
dan geeft mij dat opeens veel troost,
beleef ik U erin.
Dan zal ik geenszins flauw zijn,
niet lauw maar vol van vuur
als U mij bijschijnt met Uw licht,
ook in het donkerst uur.