Al je tranen zal Ik drogen,
zing maar uit: God heb Ik lief.
God, mijn God zal ik verhogen,
voor genâ wat ik verwierf.
Ruwe stormen zijn geweken,
satan is voor Hem bezweken.
Ik roem in God, ik prijs Zijn woord,
door geen vrees meer gestoord.
De Heer is mijn Herder, ik volg Zijn stem.
Eeuwig mag ik nu vertrouwen op Hem.

Ps:23
Ps; 116,
Ps:56
Lbvk:445