Eenzaam staar ik naar de horizon
probeer mijn gedachten te doorgronden
vind niet de woorden die ik zoek
denk terug aan hoe alles begon

Langzaam daalt, bijna ondraaglijk, de zon
de avond legt haar mantel zachtjes neer
terwijl ik de laatste klanken  hoor
luid zingende vogels in een koor

Mijn gedachten vechten een harde strijd
over waarom alles ging zoals het ging
geen tijd voor afscheid of een vaarwel
geen tranen, geen laatste snik, die beklijft

Als deinende schepen over de woeste zee
willen mijn emoties hier vandaan
begrijp ik soms niet de reden van mijn bestaan
maar nemen de stormen van mijn ziel ze mee

ben ik dankbaar dat ik U ken
Uw Hand Die mij geleidt zolang ik ga
hoe heftig elke storm ook is
U kent mij al voordat ik bestond