Ik overzie mijn dagen en mijn leven:
het waren er nu meer dan tachtig jaren,
als ik terug kijk: waar zijn ze gebleven,
heb ik Zijn regels weten te bewaren?

Ik kan misschien nog maar kort vooruit kijken,
ik kan niet langer wachten, ik moet nu gaan
ik hoop dat Hij de scepter mij zal reiken
nu ik ga en voor de Koning kom te staan.

Ik ben door het leven gegaan en geleid,
heb ik Zijn regels weten waar te maken:
God kijkt naar mijn hart en naar mijn werk’lijkheid.

Ik zie dat nu, en ik zie de eeuwigheid:
daar geldt Uw recht, Heer, over alle zaken,
ik bid U om gratie en barmhartigheid.

bij: Esther 4: 6 B, en 5:2; Psalm 103:8-14;
Romeinen 14:10, en II Corinthe 5:10;
Openbaring 21:27 B;