Heer, hoor mijn eerbiedig danken
voor genade, onverdiend;
zelf hoef ik niet meer te boeten,
volgzaam, op Uw kruisdood ziend.

Dank U, ook voor al hetgeen dat
ik voor vanzelfsprekend houd;
zegen voor mij zo gewoon, maar
waar een ander juist om rouwt.

Dank dat ik door bloemen, dieren
en in heel Uw scheppingspracht
Uw nabijheid op mag merken;
het heelal steeds in Uw macht.

Elke dag wil ik al danken;
rustig uitziend naar de dag
dat ik kijkend in Uw ogen
eeuwig U dan danken mag.