Daar zijn engelen in het vertrek,
want er heerst een vreugdevolle sfeer,
aan licht en vrolijkheid geen gebrek,
zij leven in zulk een atmosfeer.

Ze zitten nooit bij de pakken neer,
zij jubelen, dansen en zingen,
trachten mensen op te beuren weer,
willen hen met vreugde omringen.

Engelen zijn steeds tot hulp bereid,
verzoek hen om bij je te komen,
ze zijn in staat tot noeste arbeid,
helpen geschillen in te tomen.

Zij doen licht in ons duister schijnen,
hebben hart voor ieder mens die lijdt,
wensen ons leed te doen verdwijnen,
behoeden ons vaak voor narigheid.

Op hun beurt vragen ze niets van jou,
ze zullen barmhartigheid tonen,
zijn Hem tot in de eeuwigheid trouw,
wil hen met dankbaarheid belonen.