Hemel en aarde omarmen mij.
Leven mag ik in een schoot zo warm.
Maanden en jaren, ze trekken voorbij,
ik voel me rijk, ik voel me soms arm.

Tijdens het leven hoor ik een stem:
'Kind van mijn liefde, plant je voeten
in Mijn woorden, richting Jeruzalem
en wil met je armen de hemel begroeten.'

Zing van het leven met hart en mond.
Aarde en hemel bevloeien zo samen.
De duif in de lucht, het graan in de grond,
de vogels bezingen de heerlijkste namen.

De wijnstok geeft sappen van leven.
De wind waait nog steeds waar hij wil.
De hemelse Vader die dit mij wil geven.
Al deze liefde maakt eerbiedig en stil.

Hemel en aarde, God wil mij verwarmen.
Zijn warmte is leven en liefde voor 't hart.
Onder en boven Zijn krachtige armen.
Ik ben geborgen in vreugde smart.