David, spelend op je harp,
wat voel je je verraden
maar vertrouwend op de Heer
weet je, Hij slaat mij gade,
Hij stelt mij niet teleur,
Hij redt mij van het kwade.

Gesterkt door je geloof
schrijf je het in een lied,
je roept het uit naar God
en Hij stilt je verdriet.

David, dichter naar Gods hart,
bedankt voor wat je achterliet.