Zoals rupsen zich ontpoppen
tot een kleurrijk morgenrood.
Zoals kleine kindjes schoppen
in de warme moederschoot.
Zoals nachtegalen zingen,
met crescendo aan het slot.
Zo zal liefde ons omringen
van de eeuwig trouwe God.

Zoals sneeuwklokjes gaan bloeien
na een lange wintertijd.
Zoals lammetjes gaan stoeien
als de lente zich verbeidt.
Zoals honingbijen zwermen,
door het frisse ochtenddauw
Zo zal God zich steeds ontfermen
over mij en over jou.

Zoals wilde eenden broeden
in het lange, groene gras.
Zoals herders schapen hoeden
in het lage struikgewas.
Zoals mensen op de aarde
in Gods schepping zijn gekend
Zo zal God ons steeds aanvaarden
wie òf wat òf waar je bent.

Zoals God zich zal ontfermen,
ons omringt en ons aanvaardt.
Zoals Hij ons zal beschermen
los van ras, geloof of aard.
Zo zijn wij Hem dank verschuldigd
Schipper van ons levensroer
Eindeloos vermenigvuldigd
schenkt Hij liefde steeds retour.