Als de blaadjes van het leven
vallen op mijn levensweg
komt er van het energieke
weinig meer terecht

dan verdwijn ik in een tunnel
en vervaagt voor mij het licht
is het einde ver te zoeken
daar verlies ik snel het zicht.

Somberheid welt op naar boven
moeheid krijgt de overhand
of de herfst heeft huisgehouden
balancerend op de rand

van ravijnen en van diepten
en ik raak geïrriteerd
‘k heb geen kracht meer om te vechten  
eenzaam, in mijzelf gekeerd.

In mij huist een koude winter
mijn emoties zijn verdoofd
zo gevoelloos, zwaar bevroren
ja het ijzelt in mijn hoofd.

‘k Roep om antwoord in die tunnel
richt een noodkreet tot het Licht
schreeuw tot God of Hij wel meeloopt
wanneer word ik opgericht?

Als dan nieuwe blaadjes groeien
-zelfs al is het er maar één-
zie ik God zij dank het Lichtpunt
vind ik zelfs de weg erheen.