Alles is voor mij op dit moment te zwaar.
De hele dag voel ik me ontzettend naar.
Wat ik wil is in een hoekje gaan zitten huilen.
Gevoelsmatig is er niemand bij wie ik kan schuilen.

Altijd wil ik er zijn voor iedereen.
Als iemand mij nodig heeft ga ik er heen.
Maar het gaat nu ten koste van mijn eigen geluk.
Mijn bereidheid om te helpen maakt me helemaal stuk.

De wereld lijkt steeds meer op een diepe put.
Uitgeteld ben ik en voor helemaal niks heb ik fut.
Is er dan niemand die mij hier uit kan trekken?
Iemand die wat vreugde bij me weet op te wekken?

Ineens herinner ik me dat God mij troosten zal.
Door Hem klim ik omhoog uit dit dal.
Hij zal mij altijd weer de kracht geven om op te staan.
Om ondanks alles omhoog te kijken en door te gaan.