Gebeden stijgen niet meer naar omhoog.
Ze blijven steken, diep in je gedachten.
Is er nog íemand, die op jou zal wachten?
Waar blijft het teken van de regenboog?

Je ziet niet meer die uitgestoken hand.
Een hand, geleid door God, om je te sterken.
Een hart, altijd bereid tot samenwerken,
opdat je niet in eenzaamheid verzandt.

Je wanhoop is zó diep - en God zó ver !
Die eindeloze tunnel is zo duister.
Je zit vertwijfeld in jezelf gekluisterd.
Je blijft naar uitkomst zoeken, her en der.

****
En tóch - al vallen alle deuren dicht -:
Er zijn nog mensen, die hun handen vouwen
rondom de jouwe; die op God vertrouwen:
Aan 't einde van de tunnel blinkt weer Licht !

Laat alles los - behoud het woord "vertrouwen":
Op Hem, de Rots, mag je je toekomst bouwen !