Ons lief kindje, nog zo klein en teer
Zo onschuldig en zo wonderschoon
Onze kleine jongen, onze eerste zoon
Ons toebedacht door God onze Heer.

In een feestelijke dienst, op zondag
Mocht ons kindje worden gedoopt
Waar we zolang op hadden gehoopt
We werden vervuld met diep ontzag.

God heeft Zijn handen op Hem gelegd
En hem opgenomen in Zijn verbond
Zo stonden wij toen bij het doopvond
En we hebben op de vragen Ja gezegd.

Gods woord wordt altoos trouw volbracht
Tot in het duizendste geslacht
't Verbond met Abraham zijn vrind
Bevestigt Hij van kind tot kind.


( Ps. 105 vers 3 berijmd)
Fedde Nicolai