(bij "de zeven broden en de paar visjes": Marcus 8: 6 - 9)

1.

Heer die als een moeder zorgt,
vierduizend maal het werk
van onze handen neemt,
breekt en zegent,
wij danken u dat u zevenmaal
ons volheid schenkt.

Heer, zie onze open handen,
onze stoutmoedig gesloten ogen,
zie onze levende handen,
onze omhooggehouden manden. 


2.

Heer, wij danken u dat u ons laat gaan
als een moeder haar kinderen:
verzorgd, verzadigd, van volheid vervuld.

Heer, wij danken dat u ons gezegend laat gaan,
ons loslatend vasthoudt,
ons vasthoudt wanneer wij op eigen benen staan.

Heer, wij dragen blijmoedig
zeven volle manden met ons mee.