als ik langs de streling wandel
 van uw zachte adem
 vallen de gedachten van me af
 als een mantel
 
 voor zover uw blik mij raakt
 sta ik naakt – als een boom te zijn
 aan de zoom van uw godenveld
 de held van ’t afgebrande dorp
 
 richt me op, blinkende ster
 weerkaats in robijn en topaas
 geef kracht aan mijn smaragd
 gloei in granaat, koel mijn saffier
 
 hier, in de schijn van aquamarijn
 tot mijn barnsteen opvlamt
 bij de glans van agaat, amethist
 wis de dauw van turquois en onyx
 
 
 bliksem het licht in ’t jaspis want nu
 u brandt in de borstrok van Aäron
 waarom zou ik naakt voor u staan
 aangedaan als een gevallen priester ?
Lieve Steenberghs


13 augustus 2006