Och Heer hoe vaak in het verleden
heb ik niet tegen U gestreden
en deed ik, tegen beter weten in,
ontelbare keren mijn eigen zin.

Doch ‘s avonds in de duisternis
smeekte ik U om vergiffenis.
Ik voelde mij van U verlaten
dacht dat niets mij meer zou baten.

Ik werd het strijden zo vreselijk moe,
maar ging elke week naar de kerk toe,
als een strohalm die ik vast moest grijpen
wilde ik niet in het donker wegglijden.

Toen ik de moed haast op wilde geven
kwam U weer duidelijk in mijn leven.
Haast ongemerkt trok U mij omhoog
en plaatste mij weer oog in oog
met al Uw beloften en zekerheden,
die uw dienstknechten in het verleden
als getuigenissen hebben opgeschreven,
zodat wij Uw voorbeeld kunnen naleven.

Door de Heilige Geest voel ik mij geleid,
al voert satan nog steeds zijn strijd.
Nu kan ik in gebed met U verder gaan,
kan ik het ware leven weer aan.
Help mij daarom een getuige te zijn
voor andere mensen in hun moeite en pijn.