Een gesloten hof ben ik
onbereikbaar ver voor mensen
onvervulde hartenwensen
hebben mij gekist, gekooid:
ijzig voel ik, niet ontdooid
tastend door een dichte mist
bloesem niet in mij ontsproten
niet in vaste vorm gegoten
leef ik zomaar
onvoltooid

naar U
die tracht naar mij te reiken
met uw blik naar mij blijft kijken
ik zal smelten voor uw oog
bron verzegeld, dor en droog,
die zal wellen, springen, sproeien,
knoppen zullen open bloeien
nevelsluiers opgelicht
omdat U tot
mij zich boog.