Heer, ik wil alleen met U gaan in dit leven,
maar mijn voeten waren bijna uitgegleden:
ik zie de voorspoed van wie om U niet geven
zij hebben geen moeiten in het aardse heden
zij stralen de trots uit als was 't een halssieraad
en zij zetten een mond op tegen U Boven
de inbeeldingen van hun hart zijn een groot kwaad
zij spreken uit de hoogt' om zichzelf te loven
zij drinken het onrecht in als was het water:
zou God het weten? is er bij Hem wetenschap?
zij vermeerderen het bezit nu en later
met geen zorgen noch afleggen van rekenschap;
maar heb ik dan vergeefs mijn hart rein gehouden
mijn handen in onschuld weten te bewaren,
is er bestraffing voor wie op God vertrouwden
die met Hem willen gaan in hun levensjaren?
het was voor mij een kwelling, ik kwam stil te staan
ik tobde er over, tot U mij uitzicht bood
op wat hen wacht, op hoe 't verder met hen zal gaan:
het komt ten einde, hun verlorenheid is groot;
mijn hart was verbitterd, het raakte mijn nieren
ik was toen een grote dwaas en zonder verstand
en ik was even redeloos als de dieren
toentertijd vatte U mij bij de rechterhand
in Uw gratie zal ik bestendig bij U zijn
Gij zult mij door het leven leiden door Uw raad
en mij opnemen bij U in Uw zonneschijn
in een heerlijkheid die 't denken achter zich laat;
met U en Uw gunst is niets te vergelijken
dat gaat in hemel en aard' alles te boven,
ook al zou mijn hart en mijn vlees gaan bezwijken:
ik zal bij U zijn, ik zal U eeuwig loven
voor mijn hart zijt Gij de rots waar 'k op mag bouwen
hier in de aardse tijd en in de eeuwigheid;
te gronde gaan zij die niet op u vertrouwen
en zich ver van U houden in hun aardse tijd;
maar mij aangaande: 't is goed nabij God te zijn
ik heb die Heer tot mijn toevlucht mogen stellen
Hij Die tot U en mij heeft gezegd: gij zijt Mijn:
U zal 'k loven en al Uw werken vertellen
bij : Psalm 73
het is mij goed, nabij God te zijn
- Details
- Geschreven door: Jacobsen, Thomas
- Categorie: Gebedengedichten
- Hits: 55
-