Reeds lang dwaal ik door Uw tuinen Heer,
Uw schepping, die aarde heet.
Altijd weer ontdek ik nieuwe dingen,
maar één gebod keert telkens weer :
de Liefde voor al wat leeft.

Het oog van een roos lonkt zo verleidelijk Heer,
hoe kan ik aan haar kracht weerstaan ?
Aangetrokken door haar geur, ongeremd door haar doornen,
sluit ik haar in mijn hart,
een symbool van Beminnen, al eeuwen lang.

Elkaar vertrouwen, een leven lang,
de wolf en het lam, de leeuw en de geit,
in Liefde zijn zij één in God.
David en Goliath, ook zij groeien in respect
uit onoverkomelijke tegenstellingen,
en bouwen bruggen, voor altijd.

Laat ons, Heer, in Liefde groeien,
en bloeien als de roos, in eenheid en verscheidenheid.

Amen.