in mijn denkspiralen
tekenen weiden
groen en mals
waar zal ik kracht uit halen
als water mij niet dronken
voert van zilver
en vrede
die Uj mij hebt geschonken ?

in mijn woelig voelen
trekken paden
een veilig spoor
waar moet ik sterkte op stoelen
als een bries niet, bij mijn raam
verlangend zucht
en prevelt
de heerlijke klank van Uw naam ?

in mijn rotsig dal van leven
tikt een staf
Uw hartslag na
waarom voor het duister beven :
Uw stok drijft mij gestadig voort
langs nacht
en roept
ritmisch Uw bemoedigend woord

in de beker van mijn ziel
vloeien golven
bruisende branding
over romerranden van beryl
zal ik aan tafel gaan met Jou
voor de ogen
van mijn vijand
en eten van wat ik altijd eten wou ?

in de lengten van mijn dagen
openen handen
mij Uw huis
stil van jagen en van vragen
vind ik daar de weiden weer
het zilver water
en het pad
en het geluk dat ik begeer.

© L. Steenberghs 

1 juni 2006