U die mij geschapen hebt,
Hij schiep elk mens, ook jou en u.
Een schepping ooit volmaakt en ongerept
verbroken en weerbarstig nu.
Geen mensenhand herstelt dit meer,
zichzelve niet, noch plant noch dier.
Mogen wij ‘t van U ontvangen Heer
en wel op Uw manier.
 
Uw liefde doet mij zingen.
Dat zeg ik U nu wel,
maar zoveel onoprechte dingen
in mij, blokkeren dat zo snel.
Heer U danken, hoe ik mij ook voel,
dat is toch niet gering?
Soms ben ik verdrietig, bang of koel
en dan wilt U dat ik zing?
 
Heer neem toch die obstakels weg
en wil mij leren hoe
ik àlles in uw handen leg
en ‘k vertrouw me aan U toe.
Vergeef mij Heer mijn koppigheid
mijn ontrouw keer op keer,
en sterk ‘t verlangen door de tijd
om U te prijzen Heer.