Psalm 151
Voor de lier. Een psalm van Theresia.

God, mijn God, ik roep tot U,
om bevrijding roep ik tot U,
met heel de wereld roep ik tot U.
Mijn broer Job heeft het uitgeschreeuwd,
mijn Heer Jezus heeft het luid geroepen,
de moeder die haar kind ziet sterven,
de vader die zijn zoon ziet weggesleept,
de mens die levend wordt begraven,
het kind dat voor de morgen wordt verdronken.
God, mijn  God, waarom hebt gij ons verlaten?
 
Mijn vader David heeft zijn troost mij aangereikt
nog voor mijn leven klagend werd geboren;
ik heb zijn psalmen met mijn vlees gezongen,
ben met mijn handen en mijn voeten heel hun weg gegaan.
 
Jahweh, hebt gij maar één troost,
zijt gij dan arm geworden,
hebt gij geen woord voor ons,
geen nieuw vlees, nieuwe beenderen,
geen vrede, geen kracht om in te grijpen?
 
Jahweh, ik schreeuw het uit,
met mijn bestaan in U geworteld,
met mijn verlangen klevend aan U vast.
God, mijn God, waarom hebt gij ons verlaten?