Nu ik bid Heer, ben ik stil,
terwijl ik zoveel zeggen wil.
Ik weet niet wat ik vragen zal,
Gij Heere weet immers alles al.

Nog eer ik bid weet Gij mijn vragen,
mijn moeiten en mijn zorgen.
Zonder dat ik ze u hoeft te klagen.
Ze zijn voor u niet verborgen.

Gij zult antwoorden op mijn gebeden.
En mijn gebeden verhoren.
Ik heb dan niet tevergeefs gestreden.(d.m.v. het gebed)
Mijn gebed is niet tegen 'dovemansoren'.
A.L. Schmohl