Bij dankend en vragend bidden wegduiken
in een woeste melkbeek, die zingend spat.
Het reine, gezonde wit, helend nat,
laat Hemels brood vol genade ruiken.

Luchtig schuim springt naar de oeverstruiken
van het hoopvol wachtende :"hoe en wat?"
Dan wiegelt en ritselt een levenswijs blad
om krachtig geloof te doen ontluiken.

Over de stroom, tussen takken verschijnen
in elkaar vloeiende regenbogen,
waarin zeven kleuren opbeurend schijnen.

Hun trillend geschitter toont mededogen
van Hierboven: God wil al de Zijnen
sterken met dansend licht in de ogen.