Doordat ik Uw kind wil zijn
ga ik over het leven denken
al die dingen, groot en klein
wil ik aan anderen schenken.

Ik voel dat U om mij geeft
dat U ook van mij verlangt
aardse goederen weggeeft
aan de mens die er bij hangt.

U geeft aan ons het brood
zodat er altijd wat te eten is
toch gaan er altijd mensen dood
zij hebben Uw brood gemist.

Wij vergeven onze zondaars
en zoeken overal de vrede
als wij dat nu eens echt deden
was het leven geen nachtkaars.