Wanneer ik denk dat ik wel weet
waarheen mijn leven moet leiden,
dan kan Uw weg best anders zijn
dan wat ik wens, hoop, verwacht,
een pad dat ik liefst wil vermijden.

Here God, u hoorde mijn gebeden:
“Wil mij leiden op al mijn wegen,
geef mijn werken toch Uw zegen.”
Maar ánders bid ik nu tot U:
“Wil mij leiden op al Úw paden,
die rust, vrede en vrucht geven.”

Alles behoort U toe, Allerhoogste:
zaaigoed, ontkiemen, groei, snoei.
Als ik waar ook instrument zijn mag
in leefklimaat, in zonlicht of neerslag,
tot ploegen, zaaien of zelfs oogsten,
op land, wel of niet vruchtbaar,
laat me dag aan dag merken
dat ik in hetgeen ik mag werken
met mijn adem, lijf en energie
in zowel de volle als de loze aar,
steeds Ú als de Voorziener zie.

Zo snel zie ik des satans macht
in wat ik duid als mislukken, falen,
vergissen, fout gaan, tegenslag,
het gestelde doel niet halen.
Waarom toch zie ik de nacht,
richt ik me zo weinig op de dag?

Wil me leiden met Uw Licht,
als resultaat me onduidelijk is,
ik de zin van noeste arbeid mis,
opdat ik dan niet ontmoedigd raak,
me bovenal niet op teleurstelling richt.

Doe mij Uw uitnodigend vragen
horen en vooral verstaan.
Geef mij een bereidwillig hart
om Uw weg te gaan,
opdat ik, zonder klagen, 
niet zie op moeite, smart,
maar vrijwillig gehoorzaam.

Lieve Vader, ik bid U, maak
dat ik in elke zaak en taak
die in mijn leven kwam en komt
rotsvast geloof in beloofd loon,
naar voorbeeld van Uw eigen Zoon.
Elke keer, op Uw wegen gewerkt,
zal door U worden opgemerkt.

Leg vertrouwen, nee, zekerheid,
in heel mijn ziel, hart en verstand,
dat elk goed werk dat U in mij begon
door U zal worden voltooid,
geleid door Uw Heilige Hand.

Geef dat ik mag blijven geloven,
vooral als ik tast in duisternis,
als het lijkt of de hemel van koper is,
dat, voor wie U liefheeft en U eert,
U alles zegenend ten goede keert.

(Pasen 2005) Ps.138:8 | Mat. 5:13-16 | 1 Cor. 7:22-24 | Rom. 8:28 | Hebr. 12:2