Lieve God, lieve Vader, liefste Broeder, dank voor wat U mij deed en doet,
zo geduldig, zo genadig, zo vol liefde wonder na wonder, U bent zo goed.

Zachtjes lokte U met liefde, jaarlijks deed U mij een wonder en ik zag,
totdat alles weer verdonkerde, waarna U wéér een wonder gaf.
Langzaam ging ik zien en horen, leerde beetje bij beetje erin te geloven
dat U echt in alles rijkelijk voorziet, al ging het mijn verstand te boven.

Maandelijks deed U mij een wonder, voerde met mij het gevecht
tegen al het liefdeloze in mijn verleden dat mij zo had neergedrukt.
Tegen de angst ook om te leven: het was het duister haast gelukt.
Toen ik eindelijk zag en hoorde, groeide het wonder van geloof.
Menig wonder echter redeneerde ik weg, zodoende hield ik me doof
voor de vragen die U stelde; liefhebbend wees U me niet eens terecht!

Als een kitten in mijn nekvel gegrepen, stribbelde ik zo heftig tegen,
maar U omarmde mij en hebt me wekelijks een wonder gegeven.
U was zo’n vasthoudend minnaar, ik kreeg U boven alles lief.
U was zo zacht, zo mild, zo teder, reinigde van alle grief.
U leidde tot vergeving, vulde mijn leegte zoals niets of niemand kon,
U maakte dag van alle zwarte nachten, U rees op als Enige Zon.

U deed dagelijks een wonder, ik zong steeds meer Uw liefdeslied.
Uw Zijn, ik kan en wil niet meer zonder, anders verzink ik in het niet.
Soms moet ik vernemen dat mijn zingen, in de vroege morgenstond,
niet ieder past die slapend wil blijven rusten, Uw gezangen uit mijn mond
verstoren degenen met gesloten ogen, woelend in hun bedsteespond.
Lieve Here, moet ik dan zwijgen, nu ik jubel, als een vogel tierelier
van het licht dat U laat schijnen over het nutteloos ondermaans vertier?

Alle uren
doet U mij wonderen, mijn mond loopt over,
omdat U mijn hart zo vult. Snoer mijn schrille fluiten,
hoor mijn bede: "Met de slapers, heb geduld!"

Elke seconde
is een wonder, vorm mijn lied
tot een zo'n welluidend getuigenis dat ieder
die het hoort in het vroegst ontwaken
Uw liefdevol, stralend Zonlicht ziet.

(2004) “Waar het hart vol van is, loopt de mond van over.”
"Kennend geloof is nog geen bevrijdend, reddend geloof, ervaringen met God opdoen wél."