Je voelt je welgeborgen,
gevormd in moeders schoot.
Straks opent zich een wereld,
zo onvoorstelbaar groot.
Nu blijft nog onvoorspelbaar,
wat jou de toekomst geeft,
gewoon, omdat je uitzicht
zo veel beperking heeft.
 
Zo gaat het ons als kind’ren,
die uitzien naar een land
met gouden hemelzalen
en een oneindig strand.
We kijken nog niet verder,
omdat het zicht ontbreekt
en onze aardse woonplaats
geen enkel licht ontsteekt.
 
Maar worden wij ”geboren”,
dan zien we alles klaar
en komt de nieuwe aarde
in volheid openbaar.
Thans nog gehuld in neev’len,
blijft onze blik beperkt,
maar eens, na de geboorte,
ons oog Gods pracht bemerkt.