Sinds die ene dag
dat jij mij lachend in de ogen keek,
terwijl je klein en kwetsbaar leek,
wist ik dat Eén jou zag, voor jou bezweek
als voor geen ander.

Dat jij leven zou,
kracht vond tot bouwen aan dit aards bestaan,
van kindsbeen af in licht mocht gaan
was alles wat Hij wou, wat moest gedaan
en gauw veranderd.

Wees gezegend jij
nu nog zo weerloos, kwetsbaar, klein;
eens zul je groot, volwassen zijn,
aan mensen zo nabij als God zou zijn
aan ieder ander.