Vliegend, langzaam stijgend
naar de hemel,
als een vlinder, mooi en vrij
zoekend naar het onbekende
doel van mijn bestaan,
steeds maar hoger, mooier
vrijer , stijg ik op
en kom ik aan!


Mijn horizon verbredend,
vind ik nu de kern
van mijn bestaan,
me telkens weer verbazend
hoe heb ik dat toch gedaan?


Wonder boven wonder,
telkens weer bijzonder
dwarrelt er een vlinder neer,
komt mij zoete honing geven,
daarvan wil ik steeds meer!


Reikend naar die mooie vlinder
val ik met een plofje neer,
onbereikbaar lijkt hij nu wel
heb ik me toch weer bezeerd!
Toch blijf ik er in geloven
nieuwe wegen zijn er heus
zoekend naar het onbekende licht,
maak ik nu zelf de keus.
Tineke Ebing