Ooit op weg gegaan; waarheen
- welke hoogte, welke diepte -
met alleen uw stem: die riep me
bij mijn eigen naam als geen.

Ooit gezegend, maar waartoe
- door beproeving aangevochten -
waarom in de schoot gevlochten
als ik niet weet wat en hoe?

Ooit een leven opgebouwd
met de sterren, toekomstzaden,
licht waarin door uw genade
menigeen uw heil aanschouwt.