Tranen in mijn ogen
zegden soms wat ik meende.
Jij zag dat echter zelden,
geen wonder dat ik weende.

Ik verloor m'n Eeuwige Trouw
al bleef ik van je houden.
Tenslotte ben jij het;
jij was m'n enige vrouw.

Je ging en liet mij achter,
je liet mij heel alleen...

Door 't bidden kwam ik er echter
achter: niemand is hier alleen.

Ik hoef niet langer te huilen,
'k heb nu bijstand van de Heer.
Hij weet mij keer op keer
te troosten, Hij is er telkens weer.