Daar staan ze,
klein op het verlaten strand,
hun schaduwen verlengen de gestaltes.
Ze kijken in de camera,
zien mamma die hen roept
ergens vanaf een trap.
Ze zijn niet moederziel alleen,
straks daalt ze naar hen af.
Het water achter hen laat zien
hoe uitgestrekt de zandbak is,
pas als je inzoomt zie je hun gezichten
die zich afwachtend naar hun mamma richten.

Daar staan we,
klein op het verlaten strand,
de schaduw maakt ons stukken groter.
We kijken in Zijn lens,
Hij hoort ons als wij roepen,
we zijn niet moederziel alleen,
eens daalt Hij naar ons af.
Het water achter ons laat zien
hoe uitgestrekt de ruimte is,
Hij hoeft niet in te zoomen,
Hij ziet van verre elk gezicht
dat zich in afwachting naar Vader richt.