Duisternis deinst dansend terug
Want Licht rukt op
Niet-licht doet zij een dodendans
Wijkt terug achter de bergtop
Van Golgotha, waar weldra en gans
De Ander triomferen zal

De triomftocht van het duister
Is in de kiem gesmoord
Het kwaad en al haar slinkse luister
Is in het hart geraakt, doorboord

Sidderend en bevend buigt ze
De duisternis geeft God de eer
Als de Hoogste, Licht uit Licht
Der engelen Heer

Stampvoetend, schreeuwend en mokkend
Zal ’t duister ’t Licht belijden
Afstand doen van haar kroon en troon
En bijdrage in’t menselijk lijden