Niet veel woorden had hij nodig
daar te midden van de woestijn
gesprekken waren overbodig
omdat hij bij zijn kudde moest zijn.

Hoedend de schapen van de koning
door het dor onherbergzaam gebied
slechts de vrijheid is zijn beloning
anderzijds pijn als hij zijn volk ziet.

Een braambos trok daar zijn aandacht
het brandde maar het verteerde niet
een Stem sprak hem met grote macht
"Kom, Mozes vertel farao wat je ziet.

Ga en leidt Mijn volk uit dit land
reeds ken je het gevaar der woestijn
breng Mijn volk naar 't beloofde land
wees niet bevreesd Ik zal bij je zijn".

"Maar Heer, ik ben niet goed ter tonge
hoe zal ik farao ter overtuiging zijn
neem voor mij een ander, een jonge
laat mijn broeder Israëls leidsman zijn".

Maar de Heer ontstak in hoge toorn;
"Ik heb gezegd dat Ik u steunen zal
van deze braam verbrandt geen doorn
zo doet ook farao u straks niemendal.

Ga, Aaron zal je zegsman wezen
de andere bescherming komt van Mij
in Mijn hoede heb je niets te vrezen.
Dus, ga en leidt Mijn volk vrij".