Hoe zou het duister mij deren,
Als, Heer, Uw licht mij omgeeft?
Wat kan mijn hart nog bezeren,
Als U mij Uw bescherming geeft?

Wat kan mijn vreugde nog roven
Als U mij steeds begeleidt?
Als ik in Uw trouw blijf geloven,
Voor nu en alle tijd?

Wat kan op aarde mij deren?
Ik mag Uw eigendom zijn,
U wil de nacht van mij weren
En geeft mij Uw vreugdewijn.

Wat kan mij van U ooit scheiden?
Verdrukking, ziekte of pijn?
Met Uw nabijheid in ’t lijden
Mag ik in Uw kracht overwinnaar zijn.

Maar ’t is niet in eigen krachten
Dat ik zingen kan in de nacht.
Alleen op Uw licht kan ik wachten.
Uw kracht wordt in zwakheid volbracht.