Ik bad niet meer.
U vroeg mij vrij
noemende mij
keer op keer.

Poogde te gaan.
U hoorde mij;
niemand die mij
kon verstaan.

Doolde verdwaald.
U zocht naar mij
hebt mij gastvrij
thuis onthaald.

Aan uw verhaal
wilde ik niet.
Hebt naar mijn lied
toch getaald.

Vlammend gevloek
in mij gegist;
nooit mij gewist
uit uw boek.

Weerde uw kracht:
kop in het zand.
Maar in uw hand
werd ik zacht.

U nam mij aan:
ik ben verzoend.
Zwijgende noem
ik uw Naam