God heeft mensen geschapen voor elkaar
Om samen te lachen en te zingen
En te genieten van mooie dingen
We hoeven niet te leven als kluizenaar.

God heeft de mens geschapen om te leven
In liefde en geluk voor de medemens
Om elkaar te steunen, zonder grens
God heeft ieder mens iets goeds gegeven.

Iets gegeven om een ander gelukkig te maken
Leven is “leven met anderen samen”
Zodat we niet zullen vereenzamen
En onze dagelijkse plicht niet zullen verzaken.

Gelukkig zijn de mensen, die in liefde leven
Die niet altijd aan zichzelf zullen denken
Maar ook aandacht aan de naasten schenken
Waaraan men zelf en de ander vreugde zal beleven.