Heer, raak ons met Uw gouden scepter aan

ik zal nu naar de Koning gaan
terug naar de Heer der Heeren
ziet Hij mij dan in gratie aan:
wat kan ik nog meer begeren

ik zal Hem mijn vijandschap melden
het berouwt me, het doet me zeer
als de Heer het zou vergelden
dan is er geen verwachting meer

ik zie en weet hoe waar het is
het denken van het mens'lijk hart
is vanaf de geschiedenis
met vijandschap aan God gestart

we zijn aan de zonde verkocht
we hebben dat ook zelf gedaan
had de Heere ons niet gezocht
dan zouden wij verloren gaan

alle schuld moet worden voldaan
ik heb niks om te betalen;
ik kan slechts naar de Heer toegaan
om mijn vonnis op te halen

als Hij mij geen genade geeft;
Hij, Die mij heeft willen vinden
Hij, Die ons eeuwig leven geeft
Hij maakt Zijn vijanden: vrinden

als ik eens de grens overga:
Heer, zend mij niet bij U vandaan
maar neem mij aan in Uw gena'
en houd mijn naam in Uw boek staan