Iedereen had gemakkelijk praten,
maar ik durfde niet los te laten.
Totdat ik het wist, heel bewust;
U houdt mij vast, dat gaf rust.

Zelfs in het komend stervenuur
als alles uitgaat, zoals een vuur.
Ik alleen de doodsrivier door zal gaan;
weet ik, U zal bij en naast mij staan.

Alleen ga ik die donkere tunnel door.
Maar ik weet, Jezus, U ging mij voor.
De dood bracht U het eeuwige leven
en ook mij is dat genadig gegeven.

Dus is het sterven toch maar even,
ik zal niet sterven maar ik zal leven.
Ik ga op naar het nieuwe Jeruzalem,
ik hoor verlangend een roepende stem;

Kom in, mijn kind, je bent van Mij,
Hier ben je voor eeuwig blij en vrij.
Nu met al mijn kinderen samen
ik stamel diep verwonderd: amen.