Terwijl 'k eens
- lopend - 
langs de levenzee
het water kolkend
om mij heen zag slaan
bedacht ik
nooit is er een storm geweest
of God heeft 't zonlicht
stralend op doen gaan

en nóg weet ik,
waar Vader het gebiedt
daar overschrijdt de zee
het zandstrand niet