mij koesterend
in de zon
ogen gesloten
zie ik toch
de enorme straling
van het zonlicht
denk ik
aan de uitstraling
die U hebben moet Heer
U die het Licht der wereld bent
en de gedachte
overweldigt mij
hoe groot
en heerlijk
ja hoe luisterrijk
U zijn moet

toch mag ik U
als onbeduidend sterveling
benaderen
roept U mij zelfs bij naam
....... waar ben je
Ik heb je lief
verschuil je niet
in het geboomte
van je eigen paradijs
bekleed met vijgenbladeren
tegen de naaktheid
van je leven
kom toch naar huis
laat je bekleden
met een nieuw kleed
dat Ik voor jou heb klaarliggen