Ben me bewust van mijn oorspronkelijke natuur,
een rank aan een wilde wijnstok mijn vruchten zuur.
Erkende mijn vrucht en heb ze beleden,
werd van de oude stok afgesneden.
 
Besef me ben als afgesneden rank voor het vuur bestemd,
doch gezien door de Wijngaardenier op de Ware wijnstok ingeënt.
De sapstroom van de oude stok waarin de vrucht zo bitter eindigt ,
is door de sapstroom van de Ware wijnstok gereinigd.
 
Wat een genade dat Zijn sapstroom door mij heen mag vloeien,
aaneengehecht Hij in mij en ik in Hem mag groeien.
Onder de liefdevolle zorg van de Wijngaardenier,
om vrucht te dragen tot nieuwe wijn en niet voor sier.