hora ruit, ik ben aan boord,
van het scheepje, mij gegeven:
zeventig jaar, of tachtig jaar,
zo heeft Mozes dat in het Woord
in Psalm 90 geschreven,
zo is de levenszee waar 'k vaar

hora fluit, de tijd snelt voort,
jeugd en jonkheid: ga studeren,
dat is nodig in het leven:
't schip behoeft proviand aan boord;
werk er voor, niets zal je deren
om je kracht daaraan te geven

hora est, op 't schip, aan boord:
ora et labora: bid, werk,
aan Zijn zegen is ’t gelegen;
Gij zijt het Die ons bidden hoort:
o Heer, maak onze handen sterk
wil aan ons Uw zegen geven

hora dicet, voor wie het hoort,
hoeveel tijd is mij gegeven:
zeventig of tachtig jaren
vóór ’t kleine schip, met mij aan boord
op zee, zeilen moet gaan reven
bij ’t de einder gaan ontwaren

hora venit, Goede Rede:
moge ik daar binnenvaren
en mijn schip voor anker leggen;
op mijn reis was dat de bede;
mijn kompas in al die jaren
was, wat ‘t Woord mij wilde zeggen

hora gloriae, zie de kracht
der zee, waar de baren stromen
die over U zijn heengegaan,
voor ons hebt U het daar volbracht;
Heer, U ziet ons scheepje komen
wil op de brug als Loods gaan staan

hora aeternae, wateren
waar wij ‘t scheepje af gaan meren
in 't paradijs, Heer, Uw domein
waar blij fonteinen klateren;
in Gan Eden, Heer der Heren,
daar zult Gij voor ons heerlijk zijn

bij Psalm 90, en Jesaja 33

toelichting:
hora ruit=het uur rent / hora fluit=het uur vliegt / hora est=het uur is daar / hora dicet=het uur spreekt  hora venit=het uur komt / hora gloriae=het uur van glorie / hora aeternum=het eeuwige uur - het uur in de eeuwigheid / ora et labora=bid en werk / Gan Eden=de Hof van Eden