Wij, die nog
in een tent wonen
zuchten bezwaard,
hopend op de nieuwe aard.

Want we zijn steeds onderweg,
dit hier is immers geen blijvende stad.
We zoeken de Toekomstige.

Ooit zal alle knie
zich buigen
en erkennen
Hij is Heer.

Er zullen  bazuinen klinken,
en paarlen poorten opengaan.
Nog even, nog even,
deze Lichtstad
komt eraan…